donderdag 20 oktober 2011

Welkom op mijn blog!

Afgelopen periode heb ik het vak Creatieve Vaardigheden gevolgd. Voor dit vak moesten wij een digitaal overzicht maken van alles wat wij geleerd hebben. Hieronder staat dit overzicht. Ik heb de voorbeelden uit de lessen gebruikt en ook mijn eigen creativiteit gebruikt. Voor de technieken heb ik gebruik gemaakt van het cps-model, aan de hand van dit model heb ik de technieken onderverdeeld. Bij alle technieken die ik behandeld heb, gebruik ik een voorbeeld die of uit een van de lessen kom of een voorbeeld dat ik zelf heb bedacht aan de hand van de literatuur die ik gebruikt heb.

De bronnen die ik gebruikt heb zijn de verplichte literatuur (creativiteit hoe? zo!), het blokboek van creatieve vaardigheden en voor de afbeeldingen heb gebruik gemaakt van google, de exacte bronnen van de afbeeldingen kan ik niet meer achterhalen omdat ik een aantal afbeeldingen al op mijn computer had staan. Ook heb ik eigen foto's gebruikt en foto's van flickr.com.

So..

Enjoy my blog! 


Eind evaluatie

Tijdens het vak creatieve vaardigheden heb ik geleerd om anders naar een probleem te kijken. In eerste instantie vond ik het maar een vaag vak waarvan ik me niet kon voorstellen dat ik ook maar iets nuttigs kon leren. Gelukkig, was mijn eerste indruk helemaal verkeerd. Langzaam kreeg ik door dat dit vak heel leuk was en ook leerzaam. Zodra de eerste sessie geweest was had ik er zelfs zin in om mijn eigen sessie voor te bereiden. Van te voren had ik nooit gedacht dat er zoveel technieken waren die je kon gebruiken om op een andere manier een probleem te benaderen. Tijdens de sessies heb ik veel geleerd over deze technieken, ik zal deze in de toekomst ook zeker vaker gaan gebruiken.

Ik vond mijn eigen sessie ook erg leuk om te doen. Het is erg fijn om te zien dat iedereen enthousiast en goed meewerkt met een idee dat jij bedacht hebt. Ze wilden ook echt graag een leuke oplossing bedenken voor de probleemstelling die wij bedacht hadden. Het was ook heel leerzaam en tijdens de sessie kwamen we ook achter een aantal kleine probleempjes waar we van te voren niet over nagedacht hadden. Uiteindelijk kwam alles toch nog goed en was het een super leuke en leerzame sessie!

Al met al vond ik het vak Creatieve Vaardigheden heel erg leuk, het is anders dan de meeste vakken die wij krijgen en daarom vond ik het ook niet vervelend om naar de les te gaan. Normaal ben ik gewend om veel te leren en een goed cijfer te scoren, maar nu moet ik dat aan mijn creativiteit overlaten en ik hoop dat, dat goed gelukt is! 


woensdag 19 oktober 2011

Technieken - probleem gebied

Goal-orientation techniek
Bij deze techniek gaat het er om dat je van te voren bedenkt: “wat is eigenlijk het doel?”.  Zo baken je het probleem af door te kijken naar wat het goal is wat je uiteindelijk wilt bereiken. Als je eenmaal weet wat het doel is, dan kun je aan de hand daarvan oplossingen gaan bedenken die passen bij de doelstelling. Met die oplossing behaal je dan het doel.

Een voorbeeld van deze techniek is, een bedrijf wil 20.000 klanten hebben voor hun nieuwe product. Ze weten wat ze willen bereiken, dus nu kunnen ze kijken hoe ze dit doel gaan bereiken. Dit kan op tal van manieren. Er kunnen zowel praktische oplossingen worden bedacht als meer creatieve, zolang het doel maar gerealiseerd wordt.


Ladder van abstractie
Bij de ladder van abstractie ga je jezelf de vraag stellen: Waarom wil ik dit bereiken? Door deze vraag ga je omhoog of omlaag op de ladder van abstractie. Er staan twee vragen centraal als je deze techniek toepast. Als je omhoog gaat, dan vraag je jezelf af: waarom? Ga je omlaag dan vraag je jezelf af: wat houdt je tegen? Je gaat uit van een bestaande probleemdefinitie, maar door omhoog of omlaag te gaan kunnen er weer nieuwe probleemdefinities ontstaan.




Bijvoorbeeld: hoe kunnen we voorkomen dat er meer ontslagen vallen bij grote bedrijven? Als je dan omhoog gaat en jezelf de waarom vraag stelt kunt je zeggen: waarom wil ik dat er geen ontslagen vallen? Antwoordt daarop zou kunnen zijn: slecht voor de economie, slecht voor de werksfeer etc. Dus dan zou je de probleemdefinitie kunnen aanpassen en meer specifiek maken. Dit is een voorbeeld van een sessie uit de klas.
 

Wishfull thinking
Bij wishfull thinking ga je ervan uit wat de meest ideale oplossing voor het probleem zou kunnen zijn. Je gaat dan denken vanuit: “als ik kon toveren dan zou ik … “ Zo komt er een perfecte oplossing die niet praktisch is. Vanuit deze oplossing ga je op zoek naar een meer praktische oplossing en meer creatieve oplossingen.

In de creatieve sessie hebben wij ook een perfecte oplossing bedacht. Deze oplossing sloot goed aan bij de probleemstelling en vanuit deze oplossing zijn veel andere, creatieve en praktische oplossingen gekomen.  Het probleem was dat de zeeman een beter imago moest krijgen zonder de collectie aan te passen, door wishfull thinking kwam duidelijk in beeld wat er verbeterd moest worden. Hierdoor kon er een goede praktische oplossing bij bedacht worden.




Herdefiniëren
Deze techniek is heel kort uit te leggen. Je past hem namelijk enkel toe als je een probleemdefinitie wilt herdefiniëren. Deze techniek komt dus altijd na een andere toegepaste techniek. Een voorbeeld is het hierboven genoemde, bij ladder van abstractie. 

Technieken - ideeën gebied

Force to fit
Bij de force to fit techniek ga je net als bij de analogieën techniek een stapje terug. Op een andere manier ga je een probleemstelling benaderen, je gaat als het ware een uitstapje maken. Dit kan een lang of een kort uitstapje zijn. Door bijvoorbeeld een foto of filmpje te laten zien kun je allerlei ideeën generen door gebruik te maken van associaties of bisociaties.

Vaak worden er in creatieve sessies filmpjes en foto’s laten zien om daarmee een verband te leggen met de probleemstelling. Voor mijn eigen creatieve sessie hebben we ook gebruik gemaakt van force to fit. Hierbij lieten we foto’s zien van mensen, we maakte daarmee als het waren een uitstapje naar een andere belevingswereld. Zo waren er foto’s van een boerenfamilie en ook van jersey shore. Door deze foto’s werden creatieve ideeën gegenereerd.

foto's die in de klas zijn rondgegaan:






Trigger techniek
Bij de trigger techniek maak je men bewust van het ‘o, ja’ effect. Je wordt als het ware getriggerd om te denken aan een bepaalde oplossing/idee/onderwerp. Het trigger effect hoeft niet per definitie logisch te zijn. Het kan ook zijn dat door het zien van een bepaald beeld je via een reeks van ideeën toch tot een creatieve oplossing kan komen.

In de creatieve sessie is gebleken dat we met foto’s van een bepaald product een ander product konden verbeteren. Door getriggerd te worden met het beleid van een ander bedrijf kwamen er creatieve oplossingen voor het bedrijf wat een oplossing nodig had in de creatieve sessie. Zo werd er tijdens de creatieve sessie een foto laten zien van de h&m om het beleid van de zeeman te verbeteren.

voorbeeld van een trigger uit de sessie:

 vs 



Analogieën 
Bij de analogieën techniek, neem je een paar stappen terug van het probleem door met voorwerpen die niks te maken hebben met het probleem een oplossing te zoeken. Deze voorwerpen staan los van het probleem, uiteindelijk moet er toch een link gelegd worden en zo worden er ideeën  gegenereerd worden.


Bij de creatieve sessie werden er mensen geblinddoekt die voorwerpen moesten voelen en daarbij moesten zeggen wat bij hen opkwam. Zo werd er een verscheidenheid aan steekwoorden opgeschreven en uiteindelijk kwamen er veel creatieve ideeën en oplossingen bedacht.  Doordat mensen geblindoekt waren kwamen er andere ideeën naar boven dan als mensen van te voren het voorwerp zouden zien. Dit was een goede variatie op de huidige analogieën techniek.


Reversal techniek
Bij deze techniek draai je de kernwoorden binnen een probleemdefinitie om.  Hierdoor krijg je een andere vraag en deze vraag is makkelijker te beantwoorden dan de huidige probleemdefinitie. Deze techniek is heel simpel en wordt vaak gebruikt.

Een voorbeeld is: de srv-wagen. Waarbij de winkel als het ware naar de klanten komt in plaats van de klanten naar de winkel. De probleemstelling zou dus kunnen zijn: hoe krijg ik meer klanten naar mijn winkel? Als je dan de reversal techniek toepast krijg je: Hoe krijg ik de winkel naar de klanten? De oplossing voor dit probleem is de srv-wagen




 Brainstorming
Klassiek brainstormen
Bij klassiek brainstorming is het de bedoeling om in een korte tijd zoveel mogelijk ideeën op te schrijven zonder deze ideeën te evalueren in deze tijd. Er zijn veel vormen van brainstorming, bij klassiek brainstormen gaat het erom dat iedereen zijn ideeën of oplossingen rondom een bepaald probleem uit. Dit gebeurt mondeling, een nadeel kan zijn dat niet iedereen zijn eigen idee kan uitten vanwege hiërarchische verschillen of gebrek in tijd.

Tijdens de creatieve sessie die wij in de les hebben gedaan werd er gebruik gemaakt van klassiek brainstormen om met de probleemstelling in het achterhoofd zo veel mogelijk ideeën op te schrijven. Met deze ideeën werd dan een oplossing bedacht voor het probleem.  We kregen een foto van een superheld en daarbij moesten we brainstormen en veel steekwoorden opschrijven waar we aan dachten bij het zien van deze superheld.

De superheld waarbij wij moesten brainstormen:




Brainwriting
Writing pool techniek
De writing pool techniek is een techniek die erg lijkt op de brainwriting 6-5-3 methode. Het verschil zit hem in het feit dat er bij writing pool geen limiet is aan tijd en hoeveelheid van ideeën. In het midden van de tafel wordt als het ware een ‘pool’ gecreëerd. Op deze ‘pool’ worden alle ideeën van alle deelnemers individueel verzamelt. Als iemand geen nieuwe ideeën meer heeft legt hij of zij zijn blaadje in het midden van de ‘pool’ en pakt een blaadje van iemand anders.

De vorm van writing pool die wij tijdens de creatieve sessie hebben gehad was dat iedereen een idee op een blaadje schreef en daarna deze weer terug legde daarna pakte iemand anders een blaadje en schreef daar weer een iemand anders een idee op. Zo kregen we heel veel verschillende ideeën zonder dat we alle ideeën van elkaar wisten. Dit zorgde voor veel goede, ideeën die samen 1 oplossing konden vormen voor het probleem.


Brainwriting 6-5-3
Bij deze methode van brainwriting leggen 6 deelnemers in 5 minuten tijd, 3 ideeën op papier vast. Na deze 5 minuten worden de blaadjes met ideeën uitgewisseld voor de tweede ronde. In de tweede ronde worden de ideeën van de vorige ronde gelezen en aangevuld met andere en extra ideeën. Deze ideeën zijn nodig voor een goede creatieve oplossing.

De creatieve sessie die wij hebben gehad met de 6-5-3 methode was heel leerzaam. We moesten 3 ideeën bedenken aan de hand van afbeeldingen van superhelden. Eerst moesten we steekwoorden opschrijven en daarna kregen we 5 minuten de tijd om hiermee 3 goede en creatieve oplossingen te bedenken. Het enige verschil tussen de creatieve sessie en deze theorie is dat niet alle groepen bestonden uit 6 deelnemers.




Flexibel associëren
Bij flexibel associëren  is het de bedoeling dat een woord wordt gegeven en aan de hand van dat ene woord ga je associëren naar andere woorden. De woorden waar jij op dat moment aan denkt. Hierdoor ontstaat een hele woordenslang van allemaal woorden die met op elkaar aansluiten. Met deze woorden wordt dan uiteindelijk een oplossing bedacht.

In een van de creatieve sessies werd ook gebruik gemaakt van het flexibel associëren het bedrijf waarvoor een oplossing moest bedacht worden werd centraal gesteld en daar werd een woordenslang mee gemaakt. Met deze woordenslang hebben we uiteindelijk een creatieve oplossing bedacht. In de les was dit bijvoorbeeld: zeeman, geel, banaan, gezond etc. Van het begin woord werd uiteindelijk een heel ander woord gemaakt en dit was goed voor de creativiteit. 


Technieken - evaluatie gebied

Herstructureren
Bij herstructureren zoek je overeenkomsten tussen de ideeën die zijn ontstaan bij de vorige fase. Deze ideeën kun je dan clusteren. Een cluster is een gebied waar al deze ideeën die een bepaalde overeenkomst hebben samen zijn genomen. De naam van de cluster slaat op de overeenkomst die de ideeën hebben. Alle ideeën moeten geclusterd worden en uiteindelijk blijft er dan ongeveer 1/10 van alle ideeën over die meegenomen worden voor de oplossing.

Een voorbeeld is bijvoorbeeld dat je vanuit 100 ideeën over verbetering van het hbo er slechts een aantal uitpakt die realistisch zijn en ook uitvoerbaar. Deze ideeën  kunnen dan samen gevoegd worden of ideeën die niet goed zijn eruit halen. Zo blijven alleen de goede ideeën over. Met deze ideeën kan dan een goede oplossing bedacht worden.

Vaak worden de ideeën geclusterd in een COCD-box: 


  
Itemized-response-techniek
Bij deze techniek worden de oplossingen geëvalueerd aan de hand van 3 positieve opmerkingen en slechts 1 negatieve. Deze negatieve opmerking wordt positief benaderd. Omdat er slechts 1 negatieve opmerking gemaakt kan worden dient deze zo goed mogelijk te worden geformuleerd. Deze techniek past zowel binnen het evaluatie gebied als binnen het selectiegebied.

Een voorbeeld van hoe deze techniek kan worden toegepast is door het negatieve te formuleren met de zin: hoe kan je..? Door het op deze manier te doen kan je de oplossing verbeteren en zo een super oplossing bedenken. Bijvoorbeeld: Hoe kan je er voor zorgen dat er meer mensen groene energie gaan gebruiken? Door deze vraag te stellen wordt de oplossing verbeterd.


Targeting
Bij targeting gebruik je voor ieder cluster een ‘target’.  Daarvoor zorg je dat er een dartbord is met een kern, roos, bull’s eye, de ideale situatie. Vervolgens ga je per cluster na hoe ieder teamlid vindt dat dit cluster op de target staat. Zodra de targets ‘gevuld’ zijn, ga je in eerste na wat de krachten zijn die het cluster in zich heeft en het dichter naar het midden trekken  dat zijn de positieve punten van het cluster. Vervolgens bespreek je de krachten die het cluster van de ideale oplossing weghouden dat zijn dus de zwakke kanten van het cluster.

Technieken - selectie gebied

Something good techniek
Bij deze techniek ga je kijken of er tussen alle ideeën iets goeds zit. Is er dus een idee wat zou kunnen functioneren als goede oplossing. Dit hoeft niet perse volgens strikte regels te gebeuren. Het is juist beter als er een subjectief selectieproces plaatsvindt. Hierdoor wordt er sowieso het idee met de beste creatieve lading gekozen.

Een voorbeeld van deze techniek zou kunnen zijn dat je gaat kijken hoe een groep reageert op een bepaald idee. Worden zij heel enthousiast of laat het hen koud. In de klas hebben wij allemaal gezien hoe iedereen dol enthousiast werd toen het idee: ‘Bhagwanbali bij de wereld draait door” werd genoemd. Dit idee heeft dus duidelijk iets goeds. 


Creatieve sessie 1

Probleemstelling:
Hoe kan de overheid er voor zorgen dat kinderen onder de 18 minder snel overgewicht hebben?

Techniek:
Triggertechniek, De creatieve sessie die hierbij zou passen zou gebruik maken van de triggertechniek. De groep krijgt foto’s te zien van allerlei onderwerpen die met deze probleemstelling te maken hebben. Bijvoorbeeld: dikke kinderen, gezond voedsel, Sonja bakker etc. Door deze afbeeldingen te laten zien wordt de groep getriggerd met gezonde voeding en andere onderwerpen die een ‘o ja’ effect hebben op de groep.

voorbeelden van foto´s die tijdens de sessie gebruikt kunnen worden: 






Draaiboek:
Bij binnenkomst wordt de groep verdeeld in teams. Dit zijn teams van 4 á 5 personen, afhankelijk van de grootte van de groep.  

Na dat de groepen zijn ingedeeld en iedereen aanwezig is wordt de probleemstelling uitgelegd, gevold door de techniek die gebruikt gaat worden bij de sessie. Ondertussen worden ook de afbeeldingen uitgedeeld en een hand-out met de probleemstelling daarop nog eens vermeld en uitgelegd hoe de techniek werkt.

Vervolgens krijgen de teams 5 minuten de tijd om zoveel mogelijk steekwoorden (+/- 75) op te schrijven met de foto die zij voor zich hebben. Doordat zij getriggerd worden is het niet moeilijk om steekwoorden te bedenken die bij de probleemstelling passen.

Na deze 5 minuten krijgen alle teams nog eens 5 minuten, nu moeten ze met de steekwoorden die zij bedacht hebben zo veel mogelijk ideeën bedenken. Hoe creatiever hoe beter.  Uiteindelijk is de bedoeling dat ze rond de 10 ideeën hebben opgeschreven.

Van deze ideeën moeten ze er 3 uitwerken tot een concrete, creatieve oplossing. Deze worden ingeleverd bij een van de sessieleiders. Als alle oplossingen verzameld zijn worden ze allemaal geplaatst in de COCD-box. De oplossingen worden dan beoordeeld door een jury van mensen uit de groep.

Elk team mag 1 persoon aanwijzen die bepaald waar in de COCD-box de oplossing geplaatst wordt. Er mag overleg zijn met de rest van het team. De meerderheid van de stemmen bepaald waar in de COCD-box de oplossing geplaatst gaat worden.

De oplossingen die overblijven in het rode ‘origineel en realiseerbaar ‘ vak, worden nog eens beoordeeld. Dit keer individueel, iedereen stemt op de beste oplossing en zo wordt er een winnaar bekend. De winnaar van de oplossing krijgt een kleine prijs.

Hierna wordt er nog kort geëvalueerd over de winnende oplossing en waarom deze de beste is, de origineelste en de beste realiseerbaar.  Daarna wordt er bedankt voor de sessie en is de sessie afgelopen.